Veilige springplank
Voortaan kunnen kmo’s zich aanmelden bij VLAIO om hun biogebaseerde innovaties uit te bouwen in één van de beschikbare Vlaamse pilootinfrastructuren. Een pilootinstallatie vertaalt een nieuw proces dat werkt in het labo naar een rendabel proces op industriële schaal, zonder dat het bedrijf hiervoor al grote risico’s moet nemen. Een veilige springplank dus. Vlaanderen heeft een uniek landschap aan dit soort pilootinfrastructuur, met onder andere de Bio Base Europe Pilot Plant (BBEPP), de Food Pilot, Insect pilot, TRANSfarm, Lignopilot.
Met de oproep wil minister Crevits ook kleinere bedrijven over de streep trekken en de bio-economie verder verankeren in Vlaanderen. Vlaamse kmo’s en start-ups kunnen hierdoor een beroep doen op de expertise van onderzoekers om hun idee of proces op te schalen en zelfs al te introduceren op de markt, zonder zelf al zware investeringen in nieuwe of aangepaste productielijnen te moeten doen.
De bio-economie is ondanks haar sterke aanwezigheid in ons dagelijkse leven nog te onbemind, terwijl het een deel van de oplossing is op vlak van klimaatverandering. Bovendien behoort het onderzoek van onze kennisinstellingen en de expertise van onze testinfrastructuren tot de wereldtop. Daarom richt ik mij met de nieuwe VLAIO-oproep tot Vlaamse kmo’s. We willen kmo’s kennis laten maken met de wondere wereld van de bio-economie. Van afval een nieuw product maken. Daarom voorzien we in steun voor kmo’s die de testinfrastructuur die er al is willen gebruiken én steun voor bedrijven met testinfrastructuur om die te kunnen openstellen. Op basis van biologische nevenstromen van de landbouw en industrie bruikbare producten maken, zoals bijvoorbeeld bio-pesticiden, ingrediënten voor cosmetica en de farmaceutische sector of bouwstenen voor de chemie, is een van de prioriteiten om onze economie circulair en duurzaam te maken. Bio-economie moet een standaardbegrip worden in onze maatschappij.