Oost-Vlaanderen trok in 2024 voor 1,18 miljard euro aan directe buitenlandse investeringen (DBI) aan. De provincie scoort daarmee beduidend beter dan de voorbije jaren. Vooral cleantech blijkt al drie jaar op rij een magneet voor buitenlandse investeringen.
Heel Vlaanderen was in 2024 goed voor 5,4 miljard euro aan buitenlandse directe investeringen, leren cijfers van Flanders Investment & Trade (FIT). Dat is een record. DBI zijn investeringen waarbij een buitenlandse onderneming controle verwerft over een Vlaams bedrijf, het verder uitbreidt of hier een nieuw bedrijf opricht. De investeringen zorgden, verspreid over 277 projecten, voor ruim 5.000 jobs in Vlaanderen.
60 van die projecten vonden plaats in Oost-Vlaanderen, goed voor 757 aangekondigde jobs. De investeringsprojecten komen met een investeringsbedrag van 1,18 miljard euro. Ter vergelijking: in 2023 haalde Oost-Vlaanderen 353 miljoen euro investeringen binnen, in 2022 klokte het bedrag af op 727 miljoen euro.
Cleantech boven
Buitenlandse investeerders lonken vooral naar de florerende cleantechcluster in en rond Gent. Cleantech spande net als de voorbije jaren de kroon met 410 miljoen euro aan DBI in Oost-Vlaanderen. De investeringen zijn goed voor 122 aangekondigde jobs.
Gent speelt, niet verrassend, een sleutelrol in het Oost-Vlaamse ecosysteem. De stad is een aantrekkingspool voor buitenlandse investeerders, talent en start-ups. De jongste jaren bouwde Gent een ijzersterke reputatie op als biotech- en cleantechhub en als ‘technologiehoofdstad’ van Europa. De UGent en gerenommeerde onderzoeksinstellingen zoals imec, Capture, VIB, Orsi en Bio Base Europe Pilot Plant zetten de stad wereldwijd op de kaart.
Op de tweede plaats komen buitenlandse directe investeringen in IT, telecom en elektronica met net geen 400 miljoen euro. Ook drank en voeding haalt het Oost-Vlaamse podium met 192 miljoen euro BDI.
China en VS
De twee economische grootmachten nemen het gros van de directe investeringen in Oost-Vlaanderen voor hun rekening. De VS staan afgetekend eerste met 845 miljoen euro, China komt op de tweede plaats met 151 miljoen euro. Zwitserland vervolledigt de top drie met 77 miljoen euro.